Door Rinne Post, Idris van ’t Hof en Zino Duckers
Bij instellingsaccreditatie krijgt de medezeggenschap meer taken te vervullen. Dat vraagt om een goede facilitering vanuit de instellingen. Die is echter nu al onvoldoende, waarschuwen het Landelijk Overleg Fracties en de HBO Medezeggenschap. “De medezeggenschap wordt met het huidige plan niet in staat gesteld om de zorgvuldigheid en doortastendheid te garanderen die het nieuwe stelsel vereist. Instellingsaccreditatie kan dus alleen slagen als het Ministerie van OCW zich actief inzet voor het versterken van de medezeggenschap”, constateren zij.
Lees het hele artikel op ScienceGuide!
Verdieping: Wat is instellingsaccreditatie?
Accreditatie is een proces waarbij opleidingen “geaccrediteerd” moeten worden. Dat betekent dat er door middel van een proces zekerheid wordt gegeven dat jouw opleiding aan specifieke eisen voldoet. Voorheen was het zo dat een externe organisatie – de NVAO – verantwoordelijk was voor het uitvoeren van deze procedure. Het ministerie is echter voornemens om de beoordeling van de individuele opleidingen niet langer door deze onafhankelijke commissie van de NVAO te laten uitvoeren. In plaats daarvan worden onderwijsinstellingen zelf verantwoordelijk voor de beoordeling van hun opleidingen. Vandaar de nieuwe term “instellingsaccreditatie”.
Er zijn veel ingewikkelde voors en tegens op te noemen. Enerzijds doen onderwijsinstellingen al heel veel en zouden ze gemakkelijker de ene opleiding kunnen meten aan andere opleidingen binnen de instelling die het beter doen. Kennis en lijntjes liggen dan korter bij elkaar, waardoor er makkelijker met elkaar uitgewisseld kan worden. Anderzijds kunnen specifieke opleidingen niet meer met dezelfde opleiding op een andere onderwijsinstelling vergeleken worden; bijvoorbeeld de bachelor Frans op de Universiteit Utrecht met de bachelor Frans van de Universiteit van Amsterdam. Bovendien heeft de NVAO jarenlange kennis opgedaan over welke elementen van belang zijn bij de beoordeling van opleidingen.
Ongeacht of je voor of tegen instellingsaccreditatie bent, wordt er één belangrijk element vergeten: de medezeggenschap. Op het moment dat zeggenschap iets doorvoert – in dit geval of een opleiding wel of niet aan eisen voldoet en het kader waarmee dat gemeten wordt – dan mag de medezeggenschap daarover meepraten. Dat wordt echter wel lastig als je geen expertise hebt over welke elementen belangrijk zijn bij de beoordeling of “accreditatie” van opleidingen. Bovendien is de medezeggenschap nu al overspoeld met taken, waardoor het gevaar heerst dat onderwijsinstellingen bepaalde zaken kunnen doorvoeren zonder dat medezeggenschap of een externe blik van bijvoorbeeld de NVAO daar zicht op hebben.

